Rug recht
Opgepakt, trein
Opgesloten in het kamp, pijn Kou, honger, verdriet
Niemand die je ziet
Verzamelen, tellen, moe, kou, vallen, plof Opnieuw en opnieuw, gepest van die kolere mof
Weinig water, minder brood
Uitgehongerd, ging je vader dood
Vol verdriet en in de war Daar ging je vader. Als een beest op de kar
Waarom? Waarvoor? Niet nadenken. Rug recht, je moest door
17 dagen in de trein, vel over been Wat ging je doen? Waar ging je heen?
Zonder eten dag en nacht Ten einde raad, een koe geslacht
Weer een dode, begraven naast het spoor
Niet nadenken. Rug recht, je moest door
Veewagon, stank, dood, daar zat je tussen Bommen, stoppen, hulp van de Russen
Verdoofd, ongeloof, een twijfelmoment Met de Russen mee, Tröbitz als toevallig end
Ziektes, verdriet, meuren Helpen, redden, zoeken naar eten langs de deuren
Zwakker, minuten, uren, ze kon het niet verdragen Daar ging je moeder, te Tröbitz na vier dagen
Verdriet, tranen, geen gehoor Niet nadenken. Rug recht, je moest door!
Aansterken, nadenken, wachten misschien? Mooi niet, jij had het wel gezien
Onwetend, lopen, kilometers vol tranen Waren daar ineens de Amerikanen
Overwinnaar, eten, op de tank. Richting Nederland, sigaretten als geschenk
Amsterdam, niks, alleen, blij, gehard Opzoek naar een bestaan, een nieuwe start
Vallen, opstaan, pijn, geschaad Opbouwen met jouw wederhelft, steun en toeverlaat
Trouwen, kinderen, bedrijf, kleinkinderen, zoals het zou betamen Altijd vooruitkijken, altijd samen
Plezier, humor, leven en altijd correct Wat een mensen, onbeschrijfelijk veel respect.
Oud, moe en op riepen Sieg en Tini uiteindelijk in koor: Niet nadenken. Rug recht, jullie moeten door!
Michael Parsser 14-01-2020