top of page

"Burgemeester, vriend, familie"Michael Parsser

Eberhard van der Laan is de tweede burgemeester, na Job Cohen, die ik bewust mee maak. Om eerlijk te zijn kende ik Eberhard van der Laan nog niet echt voor hij burgemeester van Amsterdam werd, maar mijn bewondering voor deze burgemeester was er al vrij snel na zijn aanstelling in juli 2010. Ik had tot op dat moment nog niet mee gemaakt dat een burgemeester een beslissing, hoe vervelend dan ook, op een dergelijke manier wist uit te leggen dat zelfs een Amsterdammer, negatiever ingesteld dan Maarten van Rossum begrip had voor het standpunt van de baas van de stad. Mijn respect voor Eberhard van der Laan groeide met de jaren en mijn gevoel bij hem veranderde met de tijd. Waar hij in het begin oprecht alleen als burgemeester voelde, werd mijn gevoel met de jaren wat ongemakkelijk amicaal.

Het begon in 2011 toen Ajax het 31e kampioenschap vierde. De spelers werden traditiegetrouw gehuldigd. Tijdens zo’n huldiging is er één element waar niemand écht op zit te wachten: de ongemakkelijke speech van de burgemeester van Amsterdam. Ook in 2011 zou de burgemeester weer de spelers en supporters toespreken. Het enige verschil met andere jaren was dat Eberhard van der Laan nu de burgemeester was en dat híj het was die de supporters en spelers zou gaan toespreken. Nog voor hij één woord had gezegd werd hij uitgefloten door de mensenmassa op het ArenApark. Met een flinke dosis irritatie, maar met nóg meer humor sprak de burgemeester toen de legendarische woorden: “Traditiegetrouw wordt de burgemeester uitgefloten, maar ik had al een seizoenkaart van Ajax toen jullie nog naar Sesamstraat keken in je pyjama’tje!”

Vanaf dat moment wist ik het: dit is mijn vriend.

In de jaren die volgde groeide mijn respect en gevoel voor Van der Laan. Of ik het er nou mee eens was of niet, keer op keer lukte het de burgemeester om een beslissing dermate goed uit te leggen dat je respect voor zijn standpunt kreeg. Het televisieprogramma op AT5 met de geweldig gekozen titel, die niks aan de verbeelding over laat: “Het gesprek met de burgemeester” werd voor mij een wekelijks moment waarop ik de cola en chips klaar zette. Hoewel ik ook wel eerlijk moet toegeven dat er meerdere momenten zijn waarop ik de kans aangrijp om dat te doen. Maar dat geheel terzijde.

Op 30 juli 2017 gebeurde er iets vreemds . Tijdens het fantastische gesprek met de uitblinkende Janine Abbring in de uitzending van Zomergasten werd Eberhard van der Laan in drie uur tijd niet alleen mijn vriend, maar er kwam een vreemd gevoel bij. Een gevoel dat je het best kan omschrijven als een extra familielid waarvan de specifieke naam nog niet verzonnen is. Gewoon familie. De manier waarop hij sprak over zaken waarvan hij bijna zeker weet dat hij er niet meer lang van kan genieten ontroerde mij. Hoe verder de uitzending vorderde, hoe groter de brok in mijn keel werd. De brok in mijn keel werd een traan toen hij perfect de emotie van heel Amsterdam wist te verwoorden over het tragische ongeval wat het geweldige mens Abdelhak Nouri was overkomen. Mijn traan werden tranen toen de burgemeester, zichtbaar emotioneel, twee wensen uitsprak. Allereerst wenste hij dat Amsterdam “De lieve stad blijft die het is” en daarna zei hij dat hij “hoopt nog lang burgemeester te mogen zijn”. Lieve Eberhard, wij als Amsterdammer gaan uw eerste wens inwilligen. Wij zorgen dat Amsterdam de lieve stad blijft die het is. Voor onszelf, maar helemaal om u nog lang te eren. En ik. Ik hoop natuurlijk, net als heel Amsterdam, dat u nog lang burgemeester van Amsterdam blijft. Sterker nog: ik eis het, want een familielid als burgemeester van mijn stad: mooier wordt het niet!


bottom of page