Als je aan mij vraagt: ‘Wat doet jou echt denken aan thuis?’ dan zeg ik: ‘Het geluid van voetbal’.
En een grote bank. Mini zakjes chips. Een schuifpui die wijd open staat op een warme
zomermiddag. Héél soms het geluid van wielrennen, maar dan lag m’n vader de binnenkant van
zijn ogen te bekijken. Ja, voetbal is wel een jeugdsentiment. Zo’n typisch-thuis-scenario. En
inderdaad: wat de titel doet vermoeden is waarheid. Als dochter van een Feyenoord supporter
giert het Legioen nog altijd door mijn bloed. Stilletjes, maar steevast. Ik heb me zelfs een aantal
jaar actief voorgedaan als bruin geblakerde kever. Het was een tijd van extremen. Zo werd mijn
Christina Aguilera poster vervangen door een heuse Feyenoord vlag.
Toch heeft die actieve voorliefde ergens onderweg plaats moeten maken voor passief, voyeursupportisme.
Zo noem ik dat. Principieel supporter zijn, zonder ook maar een naam van een
speler te kunnen noemen. Dat slaat natuurlijk als een kut op een drumstel. Toch is het zo.
Eigenlijk is mijn Feyenoord-support een sportief parallel aan de polarisering (duur woord:
check) van onze samenleving. Wij – sociaal afhankelijke wezens die we zijn – vinden onszelf
regelmatig in situaties waarin we het gevoel hebben dat we moeten kiezen. Het liefst nog tussen
uitersten. Ajax of Feyenoord. Macron of Le Pen. Geert of Jesse. En dan voelt het zo lekker om bij
een groep te horen, zelfs als dat betekent dat je verliest tegen Excelsior. Door kunstgras,
natuurlijk. Of als je kennissen uit Yemen het land niet meer in mogen door de Muslim ban. Het is
de keerzijde van de polarisatie-munt. En toch kiezen we kanten.
Waar komt die drang vandaan? Is het de kracht van eenheid? Toegegeven: samen aan één kant
staan voelt ook wel bijzonder. Als het geluid van het juichende Legioen door de Kuip; je voelt
het tot op het bot. Het is een interessante menselijke eigenschap. De oorzaken zullen
ongetwijfeld eindeloos onderzocht zijn, maar echt gegronde redenen gaan mijn denkpet te
boven. Misschien is de kant die je kiest (on)bewust bepaald door je ouders, zoals ik Feyenoord
van mijn vader heb meegekregen. Misschien kies je heel bewust voor jouw kant na een
verdiepend onderzoek. En misschien kies je wel gewoon een kant om het kiezen.
Hoe je het ook wendt of keert; kanten kiezen zit er stiekem toch wel in gebakken. Al is het alleen
voor de lekkere discussie. Toch vraag ik me af: waarom beperken we het kant kiezen niet tot
luchtige onderwerpen, zoals muziek en sport? Waarom kiezen we kanten als het gaat om
mensenlevens? Zwart of wit bestaat dan toch niet? Ook al doen de krantenkoppen ons soms
laten geloven van wel. We zijn allemaal mensen, maar ons broederschap ontbreekt soms. En
dan kom ik op mijn ideële conclusie: wat zou het mooi zijn als we samen een groot Legioen
zouden vormen. Of met z’n allen in Vak410, wat jij wil.
Dromen mag.
Over dromen gesproken. Terug naar de orde van de dag des oordeels. Morgen is het moment
suprême. De laatste keer dat Feyenoord kampioen werd zat ik in groep drie, had ik een
indrukwekkend stel hazentanden en droeg ik naar alle waarschijnlijkheid een tuinbroek. Dat
kleine meisje juicht nog steeds voor 010. Maar ik weet niet of ik ga kijken.