top of page

''Ware aard'' Michael Parsser


Zo, we gaan beginnen. De allereerste Sjoege column. Hoe begin je? Hoe gaat zoiets? Ik, als beginnend zelfbenoemd columnist, wil natuurlijk graag goed voorbereid te werk gaan. Leergierig als ik ben heb ik mij daarom de laatste weken meermaals verdiept in columns van concurrerende columnisten. En, ik moet zeggen, dat is leuk en vooral erg leerzaam. Zo heb ik bijvoorbeeld veel gelezen van grote schrijvers als Willem van Hanegem en Evert Santegoeds. Wat mij vooral opviel is dat een eerste zin in een column heel belangrijk is.

Zo startte Willem van Hanegem recent zijn column met de ijzersterke, ietwat shockerende eerste zin: “Ik hou niet van slecht voetbal” en kort daaropvolgend kwam Evert Santegoeds verrassend uit de hoek met de zin: “Dries Roelvink is een familie man”. Toen wist ik het zeker: een goede eerste zin is het halve werk!

Gezien mijn eerste zin, is dat misschien iets waar nog wel wat winst te halen is... Er zijn zoveel onderwerpen waarover ik zou willen schrijven, maar het mooiste is toch wel om in deze tijd het over de politiek te hebben. En vooral over wat campagne voeren en verkiezingen met een mens doet.

De campagnes waren best saai en eentonig dit keer. De eerste debatten waren allemaal vrij tam. Géén Fortuyn-Melkert achtig vuurwerk, niets van dat. De politici kregen amper spreektijd om écht te vertellen wat zij voor Nederland zouden kunnen betekenen. De ene keer lieten ze elkaar niet uitpraten, de andere keer was er een verdwaalde Matroos-presentatrice die dacht dat een interview betekende dat je in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk vragen zou moeten stellen. Het kwam steeds maar niet tot de kern. De spreektijd in de debatten was zó kort dat er niet duidelijk werd waar welke partij nou precies voor stond. De enige manier om écht duidelijk te krijgen welke partij nou het best bij jou als kiezer past was door het lezen van de partij programma’s. Maar wie gaat er na een dag hard werken even lekker languit op de bank 24 partij programma’s door lezen in plaats van Barcelona – Paris Saint Germain of Wie is de Mol kijken? Ik gok niemand. Vandaar dat er tot op de laatste dag zoveel zwevende kiezers waren.

Pas in het slot debat kregen de politici de kans om hun ware aard te laten zien. Dat was vaak duidelijk, nóg vaker hilarisch en nog het meest duidelijk én hilarisch. Zo liet Marianne Thieme zien écht wereld vreemd te zijn. Natuurlijk is er een klimaat probleem waar dringend wat aan gedaan moet worden, maar iemand moet mevrouw Thieme toch wakker schudden en duidelijk maken dat er méér is in de wereld. Dat had een uitgelezen kans kunnen zijn voor Tunahan Kuzu van Denk. Hij stond namelijk ingeloot om te debatteren tegen mevrouw Thieme. Echter, hij liet verstek gaan. Hij vond zijn andere tegenstander in het debat, Jan Roos, méér xenofoob en homofoob dan 1,5e maand eerder toen de loting van het debat bekend werd gemaakt. Natuurlijk had meneer Kuzu tegen elke andere tegenstander ook afgezegd. Zelfs Stevie Wonder ziet dat meneer Kuzu wist dat hij zich wel zou moeten uitspreken tegen de uitspraken van Erdorgan, maar dat hij dondersgoed wist dat hij daardoor een hoop stemmen zou mislopen. Dus dan maar Jan Roos xenofoob en homofoob noemen. De ware aard van meneer Kuzu kwam naar boven.

De linkse kant liet zich, zo kort voor de verkiezingen toch al niet van de beste kant zien. Zo dacht Lodewijk Asscher van de Partij van de Arbeid dat hij door een ietwat geacteerde schreeuwerige toon aan te slaan tegen Geert Wilders zijn mislukte campagne nog récht kon breien. Ik geloof dat het niet helemaal gelukt is.... Iets verder naar links had Emile Roemer van de SP even niet door welke problemen er werkelijk allemaal spelen. Nederland heeft een probleem met Turkije, er is een klimaat probleem, er is een groot probleem in Groningen, er is een migratie probleem, er is een heel groot vluchtelingenprobleem en nog 101 andere grote problemen die meneer Roemer had kunnen benoemen in de stelling die zijn partij mocht inbrengen. Maar, wat deed de SP, zij kwamen onverwachts uit de hoek en brachten een heel belangrijk punt op tafel in deze tijd, namelijk: “De tandarts hoort in het basispakket” Oei.

De enige linkse partij die een vlekkeloze, ontzettend knappe, campagne heeft gevoerd is Groen Links onder leiding van Jesse Klaver. Op het hoogtepunt van zijn campagne kreeg Klaver zelfs even een voor sommige artiesten jaloersmakende popster-achtige aandacht. Eindigend op 14 zetels zou het inmiddels voor iedereen beter zijn als Jesse Klaver nu weer met beide beentjes op de grond landt voordat hij illusies krijgt om bijvoorbeeld de vierde 'Topper' te worden. De reportage over zijn ‘show’ in de uitverkochte AFAS Live(voormalig Heineken Music Hall) is in dat kader werkelijk het terugkijken waard. Gillende jonge studente meisjes hingen namelijk bijna letterlijk aan zijn lippen en als je niet beter wist dan had het zomaar Justin Bieber kunnen zijn die daar had gestaan.

Het mooiste van alles was dat op de verkiezingsdag het nog even ‘in’ werd om, vlak voordat men met de milieu vervuilende Mini Cooper of Vespa scooter naar het stemlokaal ging rijden, op Social Media te delen dat er Jesse Klaver zou worden gestemd, kort daarna volgend door een duckface foto bij een hippe horeca zaak. Een klassiek geval van links lullen, rechts vullen….

Zo waren het deze verkiezingen niet alleen de politici die hun ware aard lieten zien. De kiezer van links én rechts heeft dat ook, meer dan ooit, gedaan.

Michael Parsser


bottom of page